Sohr-Berghaus' Handatlas, 9e druk (1902-1906)

See below for (a summary of) this text in English.

Hieronder staat de beschrijving van de atlas. Daarbij horen ook de volgende pagina's

Titelgegevens

Titel: Sohr-Berghaus' Handatlas
Uitgever: Carl Flemming
Jaar: 1902-1906

Titel: Sohr-Berghaus Hand-Atlas über alle Teile der Erde
Neunte Auflage. Vollständig neue, zeitgemässe Bearbeitung.
Entworfen und unter Mitwirkung von Otto Herkt herausgegeben von Professor Dr. Alois Bludau.
Carl Flemming, Verlag, Buch- und Kunstdruckerei, A.G., Glogau
Vertaling:
Sohr-Berghaus Handatlas van de gehele Aarde.
Negende druk. Volledige nieuwe en eigentijdse bewerking.
Ontworpen en met medewerking van Otto Herkt geredigeerd door Professor Dr. Alois Bludau.
Carl Flemming, Uitgeverij, Boek- en kunstdrukkerij N.V., Glogau

Sohr-Berghaus, Handatlas, 9e druk
61. Afrika physisch Sohr-Berghaus, Handatlas, 9e druk
61. Afrika physisch   XL
Afrika, natuurkundig

De atlas

In het begin van de 20e eeuw vatte uitgeverij Flemming het plan op om de Sohr-Berghaus Hand-Atlas, die al sinds 1844 verscheen, grondig te vernieuwen. De cartograaf Otto Herkt was in die periode directeur van de Geografische Instelling van de uitgeverij. Voor de vernieuwing van de atlas werd in 1901 Prof. Dr. Alois Bludau als cartografisch deskundige in dienst genomen.

Alois Bludau ontwierp een atlas van 84 kaartbladen. Naast 'algemene' kaarten, zoals een neerslagkaart en een staatkundige kaart van de wereld, moest de atlas kaarten bevatten van de werelddelen en overzichtskaarten van de grote landen in Europa. Die kaarten zouden worden uitgevoerd als 'natuurkundige' kaarten – met hoogtekleuring in combinatie met arcering voor het reliëf. Verder moesten er detailkaarten komen van de Europese landen en van de overige werelddelen. Die deelkaarten waren 'staatkundig' van opzet, met randkleuring van de grenzen; het reliëf werd daar alleen met arcering aangegeven.

Bludau had gekozen voor uniforme schalen van de kaarten. Van de werelddelen buiten Europa was de schaal 1:20.000.000; de deelkaarten daarvan hadden een schaal van 1:10.000.000. Europa had een schaal van 1:15.000.000, de overzichtskaarten van Europese landen hadden doorgaans de schaal 1:3.000.000 (maar Scandinavië 1:6.000.000 en Rusland 1:9.000.000), en de deelkaarten 1:1.500.000 (Duitsland 1:1.000.000). Verder was de uitsnede van de deelkaarten zodanig dat ze samengevoegd konden worden tot één grote kaart. De namen op de kaarten waren gegeven in de taal van het land dat werd afgebeeld, wat vooral goed te zien is aan de benamingen van de zeeën.

De atlas was innovatief. Vooral de natuurkundige kaarten, destijds alleen toegepast in schoolatlassen, waren verhelderend: ze gaven absolute in plaats van relatieve hoogte-informatie, en ze waren ook bruikbaar voor minder geaccidenteerde gebieden. De gebruikte kaartprojectie, nodig voor het samenstellen van deelkaarten tot één grote kaart, week af van wat toen gebruikelijk was. Het gebruik van de landstaal op de kaarten was in die tijd nog ongewoon.

De atlas zou verschijnen in afleveringen van 2 of 3 kaartbladen. In 1902 verschenen de eerste afleveringen. Tot en met 1906 zijn er 10 afleveringen verschenen, met in totaal 27 kaartbladen. Daarna is de uitgave stopgezet. De reden daarvoor is niet duidelijk. Er zouden minder gunstige recensies van de kaarten zijn verschenen, onder andere over de 'natuurkundige' kaarten, maar er waren ook heel positieve beoordelingen.

Ik denk dat uitgeverij Flemming zich vertild heeft aan het project. Als er in 5 jaar nog niet een derde deel van de atlas is verschenen, dan duurt de totale uitgave zeker 15 jaar. Na die tijd zijn de eerste kaarten alweer verouderd. Bovendien zagen de naaste concurrenten – Justus Perthes met de 9e druk van Stielers Hand-Atlas en Velhagen & Klasing met de 5e druk van Andrees Handatlas – wel kans om in betrekkelijk korte tijd een nieuwe grote atlas te produceren.

Alois Bludau werkte in ieder geval in 1909 niet langer bij uitgeverij Flemming. Hij was toen leraar (Oberlehrer) aan het Gymnasium van Coesfeld in Westfalen (tussen Münster en Winterswijk), meer dan 600 km van Glogau in Silezië.


Deze onvolledige atlas – of eigenlijk kaartenverzameling – is zeldzaam. Door antiquariaten worden de kaarten, in tegenstelling tot de eerdere uitgaven van de Sohr-Berghaus, bijna nooit aangeboden. Bij toeval heb ik op die manier toch een set van 20 van deze kaarten kunnen aanschaffen (scans op de pagina met plaatjes). Via de Karlsruher Virtueller Katalog (KVK) heb ik ook enkele exemplaren van de atlas in bibliotheken kunnen traceren (voorjaar 2007); zie de vindplaatsen. In totaal heb ik van 24 van de 27 kaarten nadere gegevens. De jaartallen bij die kaarten sterken mij in het vermoeden dat de produktie van de kaarten in 1902 en 1903 goed op schema lag, maar dat er later de klad in is gekomen.

De drukplaten van deze atlas zijn in 1913 gebruikt voor de situatietekening van de Atlas Hierarchicus, waarvan ik een exemplaar heb liggen. Ik heb dus enige informatie over de uitsnede van de kaarten en de schaal, in het bijzonder van de deelkaarten van de werelddelen buiten Europa. Ook in deze atlas zijn de benamingen gegeven in de landstaal. Zo staat er Östersjön (Oostzee) op de kaart van Scandinavië, Černoe More (Zwarte Zee) op de kaart van Rusland, en Kara Deniz (Zwarte Zee) op de kaart van de Balkan.

Sohr-Berghaus, Handatlas, 9e druk
70. Nordamerika, Blatt 3 Sohr-Berghaus, Handatlas, 9e druk
70. Nordamerika, Blatt 3   XL
Noord-Amerika, blad 3

De atlaskaarten

Aan het begin van de atlas waren zes (thematische) wereldkaarten gepland. Daarna kwam een natuurkundige kaart van de Noord- en de Zuidpool. Verder moest de atlas overzichtskaarten van de werelddelen en de landen in Europa bevatten (natuurkundig), en detailkaarten daarvan (staatkundig).

De kaarten zijn geproduceerd in kleurenlithografie (steendruk). Op de natuurkundige kaarten geeft de vlakkleur de hoogte aan, van groen (laag) via geel naar bruin (hoog). Op de staatkundige kaarten zijn de grenzen voorzien van een randkleur. In beide gevallen is het reliëf aangegeven door een bruine arcering. De zeeën zijn gekleurd van lichtblauw (ondiep) naar donkerder blauw (diep).

De natuurkundige kaarten zijn heel duidelijk en overzichtelijk. De staatkundige kaarten zijn vaak nogal vol, met erg veel plaatsnamen en andere informatie. Op de deelkaarten van Duitsland en Frankrijk zijn ook de bosgebieden aangegeven door een groene vlakkleur, wat botst met de bruine arcering van het reliëf. Op de andere deelkaarten komt deze inkleuring niet voor.

Op de kaarten staan vrij veel bijkaartjes. Daar zijn natuurlijk detailkaartjes van stedelijke gebieden bij, maar ook allerlei thematische kaartjes, zoals van bevolkingsdichtheid, landbouw, industrie enz.

In de linker benedenhoek staat het jaar van uitgave van de kaarten (zie de lijst van kaarten en datering) en de namen van de cartografen: steeds Prof. Dr. Alois Bludau, meestal ook Otto Herkt, en soms een andere naam (zie het overzicht van cartografen).

Aparte kaarten

Zoals gezegd konden deelkaarten samengevoegd worden tot één grote kaart. Dat gebeurde ook daadwerkelijk, en die kaarten werden, gevouwen en eventueel op linnen geplakt, verkocht onder de naam

Ook op die kaarten waren de benamingen dus in de landstaal gegeven.

Uit die serie van aparte kaarten heb ik er zeven kunnen traceren, waarvan vijf exemplaren in de eigen verzameling. Die kaarten hebben in essentie hetzelfde uiterlijk als de kaarten van de atlas, maar de bijkaartjes kunnen anders geplaatst zijn. Op de pagina met plaatjes staan scans van mijn exemplaren.

Deze aparte kaarten beslaan ook gebieden waarvan geen atlaskaarten bekend zijn, zoals Rusland, Oostenrijk-Hongarije en het Balkanschiereiland. Dat betekent dat er toch meer dan 27 kaartbladen van de atlas geproduceerd moeten zijn.

Reconstructie van de inhoud van de complete atlas

Het is natuurlijk een uitdaging om te proberen de inhoud van de complete atlas te reconstrueren. Ik heb dus een poging daartoe gedaan. Mijn uitgangspunten daarbij waren de volgende.

  1. De 24 mij bekende atlaskaarten (met volgnummer).
  2. Bij genummerde deelkaarten: voortzetting van de rij.
  3. De Namentreue Länderkarten (±1910).
  4. De kaarten in de Atlas Hierarchicus (1913)
    • Europa: overeenkomend met de (natuurkundige) overzichtskaarten van de grotere landen in Sohr-Berghaus.
    • Andere werelddelen: overeenkomend met de (staatkundige) deelkaarten van die werelddelen in Sohr-Berghaus.
  5. De kaarten in Ullsteins Weltatlas (1923).

Dat levert al een groot deel van de kaarten, maar de volgorde is niet altijd bekend. Ik heb de kaarten van Oostenrijk-Hongarije geplaatst direct na die van Duitsland, zoals in een Duitse atlas gebruikelijk is. Het aantal deelkaarten van Groot-Brittannië en Ierland heb ik, gezien de schaal, op 3 geschat. Bij Scandinavië was er dan alleen nog ruimte voor Denemarken. Voor Scandinavië, Rusland en de Balkan heb ik weer de 'gebruikelijke' volgorde genomen.

Omdat er 8 kaarten van Azië gepland waren – één natuurkundige overzichtskaart en zeven deelkaarten – denk ik dat er geen deelkaarten van Spanje en Portugal waren. Tussen Noord- en Zuid-Amerika zit een 'gat' van 6 kaarten. Ik vermoed dat dat gevuld moest worden met detailkaarten van de Verenigde Staten (en de Antillen?).

Deze reconstructie is natuurlijk speculatief. Ik concludeer er wel uit dat er minstens 40 kaarten van de atlas daadwerkelijk zijn geproduceerd, als atlaskaart zelf en/of als deel van een Namentreue Länderkarte.


Sohr-Berghaus' Handatlas, 9th edition (1902-1906)


© M. Witkam, 2007
(rev. 2015-09-14)

valid HTML    valid CSS