Topographisch-militairische Charte (1807-1832)

See below for (a summary of) this text in English.

Hieronder staat de beschrijving van de kaartserie. Daarbij horen ook de volgende pagina's

Titelgegevens

Titel: Topographisch-militairische Charte (Karte)
Uitgever: Geographisches Institut, Weimar
Jaar: 1807-1820 (1e druk), 1831-1832 (2e druk)

Titel (op bladwijzer): Topographisch-militairische Charte von Teutschland in 204 Bl.
nebst Supplement in 46 Bl.,
Niederlande in 39 Bl. und Schweiz in 23 Bl.
Vertaling:
Topografisch-militaire kaart van Duitsland in 204 kaartbladen
met een supplement van 46 bladen,
Nederland in 39 bladen en Zwitserland in 23 bladen

Kaarten

Topographisch-militairische Charte von Teutschland
Theil von Baiern. Partie de Bavière.
Sect. 155: Augsburg Topographisch-militairische Charte von Teutschland
Theil von Baiern. Partie de Bavière.
Sect. 155: Augsburg

In 1806 was Daniel Gottlob Reymann (1759-1837), inspecteur van het Kaartendepot (Plankammer) van het Pruisische leger, begonnen met het vervaardigen van een topografische kaart van Midden-Europa op de schaal 1:200.000. Deze kaart staat bekend als Reymann's Special-Karte. Door de oorlog met Frankrijk waren daarvan in 1815 pas 6 van de geplande ca. 400 bladen gereed.

Friedrich Justin Bertuch (1747-1822), directeur van het Landes-Industrie-Comptoir en het Geographische Institut in Weimar, zag daardoor – al rond 1807 – de gelegenheid om zelf een serie kaarten uit te geven: de 'Topographisch-militairische Charte von Teutschland'.

Van deze serie kaarten, op een schaal van ongeveer 1:180.000, waren oorspronkelijk 204 bladen of secties (Section) gepland die het gebied van de Duitse Bond moesten beslaan. Het geheel was voorzien van een uitgebreid plaatsnamenregister in 4 delen met als titel

Daaraan zijn later supplementen toegevoegd, ook voor het gebied van Nederland (toen nog met België), Zwitserland en het deel van Pruisen dat buiten de Duitse Bond lag. In totaal bestond de serie uit ongeveer 400 bladen.

Delen van de serie werden ook apart verkocht. Zie voor de deelatlassen van de Duitse Bond uit het jaar 1819 het overzicht van de deelatlassen en de lijst van deelatlassen en kaarten. Ook waren enkele atlassen van gebieden buiten de Duitse Bond verkrijgbaar, zoals

De kaarten zijn vervaardigd in koperdruk. Ze met de hand gekleurd of ongekleurd gelaten. Bovenaan staat steeds het sectienummer in Romeinse cijfers, en soms ook een titel in het Duits en het Frans zoals

Onderaan de kaarten staat de naam van de uitgever

In de marges van de kaarten staat de tekst 'Jung.Sect.' (jungit sectio = het aansluitende blad is) met het nummer van het naastliggende blad. De tekst 'Jung' wordt wel eens opgevat als de naam van de auteur van de kaart. De kaarten zijn verdeeld in 24 rechthoeken. In het kaartkader staan daarbij vaak, maar niet altijd, horizontaal de letters A-F, verticaal de cijfers 1-4. Hierdoor wordt het zoeken van een naam op de kaart met behulp van het register vergemakkelijkt.

Rond 1820 waren alle kaartbladen leverbaar – in tegenstelling tot de kaart van Reymann. Cartografen waren C.F. Weiland en onder andere ook Adolf Stieler en Heinrich Berghaus, die later hun naam gevestigd hebben bij Justus Perthes in Gotha. De kaarten werden goed verkocht, waardoor in 1831-1832 een geheel bijgewerkte 2e druk moest verschijnen.

Zie voor de bladindeling van de kaarten van de Duitse Bond, Nederland en Zwitserland de tabellen.

Bronnen:



Topographisch-militairische Charte (1807-1832)

Sources:



© M. Witkam, 2009
(rev. 2012-06-04)

valid HTML    valid CSS