Society for the Diffusion of Useful Knowledge

See below for (a summary of) this text in English.

Hieronder staat de beschrijving van de kaartserie. Daarbij horen ook de volgende pagina's

Het Genootschap

Society for the Diffusion of Useful Knowledge
P1. Amsterdam (1852) SDUK P1. Amsterdam (1852)

De 'Society for the Diffusion of Useful Knowledge' of SDUK, het Genootschap voor het verspreiden van nuttige kennis, werd in 1826 in Londen opgericht. Een van de doelen ervan was het bereikbaar maken van wetenschappelijk en ander geavanceerd materiaal voor een groter publiek, in het bijzonder de arbeidersklasse en de middenklasse. Hierbij was het tussenpersoon tussen auteurs en uitgevers. Het had een aantal uitgaven. Enkele daarvan zijn hieronder genoemd.

Kaarten en plattegronden

De kaarten en plattegronden verschenen in principe eens in de twee maanden, in afleveringen van twee stuks. De kaarten waren apart te koop, maar je kon ze natuurlijk ook verzamelen om zelf een atlas samen te stellen. Er waren verschillende uitgevers: Baldwin & Cradock, Chapman & Hall, Charles Knight & Co. en ook de Society for the Diffusion of Useful Knowledge zelf. Op kaarten van na 1850 worden ook Edward Stanford en George Cox genoemd. De kaarten die al in de jaren 1830 verschenen, zijn vaak in de jaren 1840 herzien.

Het totale programma besloeg 161 landkaarten, 6 sterrenkaarten en 48 stadsplattegronden, sommige – Londen, Parijs, Venetië – in twee bladen. De meeste landkaarten waren actueel, maar er zaten ook enkele historische kaarten in het programma, vooral van Europa en Noord-Afrika.

De kaartbladen zijn gedrukt in staalgravure, wat doorgaans een scherpe afdruk geeft. Meestal zijn ze, met de hand, van een randkleur voorzien. De landkaarten zijn soms genummerd, wat lijkt te wijzen op het samenstellen tot een atlas; de plattegronden zijn ongenummerd. De afmetingen van de kaartbladen zijn ongeveer 45 × 37 cm, met de nodige variatie.

Linksonder op sommige landkaarten staan de geraadpleegde bronnen; rechtsonder de namen van de graveurs, meestal J. & C. Walker. Op de stadsplattegronden staat in het algemeen linksonder de naam van de cartograaf en rechtsonder de naam van de graveur (meestal niet J. & C. Walker). Zie verder de overzichten.

Van de 161 landkaarten zijn er 12 bladen wereldkaarten. Europa beslaat 68 bladen, dus ruim 40% van het totale aantal. Er zijn 32 bladen voor Azië, waarvan 12 voor (Brits) Indië. Voor Afrika zijn 14 bladen gebruikt, met de nadruk op Noord- en West-Afrika. Amerika beslaat 28 kaartbladen, waarvan 16 voor Canada en de Verenigde Staten.

Opvallend is het grote aantal kaarten voor Europees Rusland (9 deelkaarten), Noord-Afrika (5 deelkaarten) en de nog dun bevolkte Verenigde Staten (13 deelkaarten); Florida, met een apart kaartblad, had in 1840 nog geen 55.000 inwoners. Minder opvallend is natuurlijk het grote aantal kaartbladen voor (Brits) Indië (11 deelkaarten).

De 48 stadsplattegronden zijn vooral van Europese steden. Buiten Europa zijn er alleen plattegronden van Calcutta, Boston, New York en Philadelphia. De keuze van de Europese steden lijkt soms merkwaardig, maar is dat niet als je bedenkt dat in die tijd bijvoorbeeld ook Dresden en Parma hoofdsteden van landen waren, van het koninkrijk Saksen resp. het onafhankelijke hertogdom Parma.

Literatuur over de stadsplattegronden
Melville C. Branch: An Atlas of Rare City Maps
Princeton Architectural Press, New York, 1997, ISBN 1568980736

Overgenomen in andere atlassen

Het zijn mooie en degelijke kaarten, waarvoor veel onderzoek was gedaan. Het wekt dan ook geen verbazing dat sommige kaarten vrijwel integraal in andere publicaties zijn overgenomen. In die tijd kon dat blijkbaar nog zonder bronvermelding.

In de Duitse Sohr-Berghaus Hand-Atlas van 1847 is een kaart van New South Wales (Australië) opgenomen die, op de vertaling in het Duits na, dezelfde is als de SDUK-kaart (nummer 158). In diezelfde Duitse atlas zijn overigens meer kaarten uit andere atlassen overgenomen.

Nog veel opvallender zijn de stadplattegronden in de, eveneens Duitse, Meyers großer Hand-Atlas (uitgever: Bibliographisches Institut). Daarvan zijn er 14 afkomstig van de SDUK-plattegronden, namelijk: Lissabon, Madrid, Paris, London, Edinburgh, Neapel, München, Frankfurt, Amsterdam, Brüssel, Antwerpen, Kopenhagen, Stockholm en St. Petersburg. Er staat wel een ander kader omheen en de Engelse teksten zijn – meestal – in het Duits vertaald, maar de gelijkenis is onmiskenbaar. Ik heb begrepen dat Meyer wel officieel het publikatierecht van deze kaarten heeft verworven.



Society for the Diffusion of Useful Knowledge


© M. Witkam, 2007

valid HTML    valid CSS