See below for (a summary of) this text in English.
Hieronder staat de beschrijving van de atlas. Daarbij horen ook de volgende pagina's
Titel: Geschichts-Atlas
Uitgever: Justus Perthes, Gotha
Jaar: 1898-ca. 1918 (1e-3e druk)
Titelpagina (2e druk, 1904):
Justus Perthes' Geschichts-Atlas.
Taschen-Atlas zur Mittleren und Neueren Geschichte
von Dr. Alfred Schulz.
24 Karten in Kupferstich
mit einem Abrisse der deutschen Geschichte und der
Geschichte der wichtigsten anderen Staaten bis auf die neueste Zeit.
Zweite Auflage.
Gotha: Justus Perthes. 1904.
Vertaling:
Justus Perthes' Historische Atlas.
Zakatlas bij de geschiedenis van de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd
door Dr. Alfred Schulz.
24 kaarten in kopergravure
met een schets van de Duitse geschiedenis en de
geschiedenis van de belangrijkste andere landen tot in de Nieuwse Tijd.
Tweede druk.
Gotha: Justus Perthes. 1904.
De atlas heeft een band van geel 'calico' (gedrukt katoen) met afmetingen 10,5 × 17,5 cm (B × H). Op de voorkant staat de titel "Justus Perthes' Geschichts-Atlas" in sierletters op een achtergrond van een plantaardig motief. De titel staat ook op de rug van de band. In 1904 – de 2e druk – staat op de achterkant van de band de tekst "Justus Perthes. Buchbinderei".
Op de wordt schutbladen reclame gemaakt voor verwante uitgaven van Justus Perthes, zoals
Zie ook de pagina met plaatjes.
De atlas bevat een titelpagina, een bladzijde met de inhoudsopgave, een voorwoord van twee bladzijden en een schets van de geschiedenis van 64 bladzijden. Daarna komen de 24 kaarten met afmetingen 20 × 17 cm, in kleur, enkelzijdig gedrukt op steviger papier dan dat van de tekstpagina's. Er is geen plaatsnamenregister.
Het tekstdeel (bladzijde 5-68) begint het een chronologische schets van de geschiedenis van de Middeleeuwen in Duitsland (blz. 5-19) met verwijzing naar de relevante kaarten. Daarna komt een dergelijke schets van de Nieuwe Tijd (blz. 19-42). In de 1e druk is het laatst genoemde jaartal 1895, in de 2e en 3e druk 1904. Op de overige bladzijden worden Italië, het Iberisch Schiereiland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Scandinavië, Rusland, de Balkan en Amerika behandeld. Informatie over Azië (behalve het Midden-Oosten) en Afrika ontbreekt.
De eerste 16 kaarten behandelen in chronologische volgorde de geschiedenis van Europa en Duitsland tot het einde van de 19e eeuw. De andere 8 kaarten geven informatie over de geschiedenis van de belangrijkste andere Europese landen en de Verenigde Staten van Amerika. Zie ook de inhoudsopgave, de lijst van kaarten, bijkaarten en schaal en de vertaling van de Duitse namen.
De kaarten zijn vervaardigd in kopergravure en gedrukt in kleurenlithografie. Bovenaan de kaart staat steeds de titel "Geschichts-Atlas", de naam en het nummer van het blad. Onderaan staat de naam van de tekenaar V. Geyer en de tekst "Gotha: Justus Perthes". Er staat geen (graveer)datum op de kaarten.
In de periode van 1898 tot ongeveer 1918 zijn drie uitgaven van de atlas verschenen. Bij de 1e druk – niet als zodanig aangegeven – staat op het titelblad het jaar 1898; dat is ook het laatste jaar in het tekstdeel over Duitsland. Bij de 2e druk is het in beide gevallen 1904. In de 3e druk wordt op de titelpagina geen jaartal meer genoemd. Het lijkt een ongewijzigde herdruk van de 2e druk. Op de schutbladen staan codes XII. 17 en IX. 18 die lijken te wijzen op het jaar 1917 en 1918. Daarop heb ik mijn datering (ca. 1918) gebaseerd.
Geraadpleegde exemplaren
Copies consulted
Vorwort (zur ersten Auflage).
Als langerwartete Fortsetzung von „Justus Perthes’ Atlas Antiquus, Taschen-Atlas der Alten Welt von Dr. Alb. van Kampen, 24 Karten in Kupferstich mit Namenverzeichnis und einem Abrisse der Alten Geschichte“ wird der vorliegende Geschichts-Atlas der Öffentlichkeit übergeben.
Eine seltsame Schicksalsfügung hat es gewollt, daß sowohl der Verfasser des Taschen-Atlasses der Alten Welt, als auch Professor A. Schulz, den die Verlagsanstalt von Justus Perthes beauftragt hatte, im Anschlusse an das genannte Kartenwerk einen Taschen-Atlas zur Mittleren und Neueren Geschichte zu bearbeiten, die Vollendung ihrer Werke nicht erleben sollten. Als im September 1895 Professor Schulz von einem frühzeitigen Tode dahingerafft wurde, da lagen die 24 Blätter, die bestimmt waren, den Geschichtsatlas zu bilden, zum größten Teile fertig gestochen vor. Um das angefangene Werk nicht liegen zu lassen, forderte die Verlagshandlung den Unterzeichneten, einen langjährigen Freund und Amtsgenossen des Verewigten, auf, die Durchsicht der Karten vorzunehmen und einen Abriß zur Mittleren und Neueren Geschichte Deutschlands und der wichtigsten Kulturstaaten als Text zu dem Kartenwerke zu liefern.
Ist es schon an und für sich schwer, sich in die Absichten und Ziele eines andern hineinzuarbeiten, so war das hier um so mehr der Fall, als von Schulz’ Hand leider sehr wenig schriftlich hinterlassenes Material zu dem Atlasse vorhanden war.
Die Korrektur, die der Unterzeichnete am Kartenwerke vorgenommen hat, beschränkte sich naturgemäß auf Beseitigung fehlerhafter Namen und auf Hinzufügung solcher, die ihm wichtig genug und der Benutzung des Werkes förderlich erschienen. Für die Auswahl der einzelnen Karten, den Maßstab und die Verteilung des kartographischen Stoffes muß dagegen der Unterzeichnete die Verantwortung ablehnen.
Das vorliegende Werkchen, in dem man den geschichtlichen und kartographischen Stoff in hoffentlich glücklicher Zusammenstellung vereint findet, soll nicht bloß dem Schüler ein bequemes Repetitions- und Nachschlagebuch sein, es soll ihm nicht nur bis zu seinem Abgange von einer höheren Lehranstalt als unentbehrlicher Begleiter zur Seite stehen, sondern es ist vor allem auch – wie die übrigen bei Justus Perthes erschienenen Taschen-Atlanten – dazu bestimmt, dem Gebildeten, sei es beim Zeitungslesen oder bei dem Studium geschichtlicher Werke, sei es zur Auffrischung längst vergessener Schulweisheit, als ein um Auskunft nicht verlegener Berater und Helfer zu dienen.
Verlagsanstalt und Bearbeiter hoffen, der Schule sowohl wie den Gebildeten im allgemeinen in dem Geschichts-Atlasse ein Werkchen zu bieten, das sich durch seine handliche und bequeme Form rasch viele und treue Freunde erwerben wird.
Gotha, im Herbste 1897.
Dr. R. Wendelmuth.
© M. Witkam, 2011